13/01/2019
Blankenberge ... wonderschone stad!
BLANKENBERGE BLANKENBERGE
Wonderschone stad
Blankenberge is misschien wel de meest doodgewone vakantiebestemming van het land. Of dat is toch wat het cliché van frigoboxtoeristen, een propvolle dijk en Hugo Matthysen ons willen doen geloven. Onze man gaf de parel aan de kust een eerlijke kans op een doodgewone trip naar zee.
‘Ik ben geboren in Blankenberge en ik blijf hier’, zegt de 24-jarige Bianca Deschacht resoluut. We zitten in De Kolonel, een koffiebar net buiten het centrum van de stad. Een mooi art-decopand uit 1936, genoemd naar de vorige eigenaar. Binnen staan vijf ronde bistro-tafels met Thonet-stoelen en twee fauteuils aan een warme gaskachel.
In plaats van makkelijkere oorden op te zoeken, koos Bianca er afgelopen zomer voor om hier in Blankenberge een koffiebar te openen. ‘Blankenberge had dit echt nodig’, zegt ze. ‘De meeste zaken hier zijn tearooms die wafels serveren.’ Met De Kolonel heeft Blankenberge er een eigentijdse plek bij waar je na een koude winterwandeling langs de branding kunt opwarmen. Naast koffie en thee biedt Bianca dagelijks zelfgebakken taarten aan met populaire smaken zoals citroen, kaas, chocolade-pecannoot en wortel. Bianca focuste tijdens haar jaren op Spermalie op desserts en specialiseerde zich vervolgens in patisserie aan Ter Groene Poorte, een van de bekendste hotelscholen van het land. De Blankenbergenaar weet haar patisserie te appreciëren. ‘In het weekend komen velen hier een taartje eten. Ook in de winter – dan smaakt het zelfs beter.’
Beste wafels ter wereld
Lekker uitwaaien op een heldere winterse dag: de Belgische kust verkoopt zichzelf. Al is een leuke plek om iets te eten en te drinken natuurlijk ook mooi meegenomen. Naast De Kolonel is er ’t Koetshuis in de Molenstraat, sinds 2005 een vaste waarde in de stad. In de brasserie met beige Flamant-stijl kom je voor een traditioneel ontbijt. ‘Twee jaar geleden heeft een journalist van The Wall Street Journal onze wafel uitgeroepen tot de beste van de Belgische kust’, vertelt zaakvoerder Johan Vandewoude. Het geheim is niet zo ingewikkeld. ‘Het wafelijzer moet heel heet zijn, zodat de buitenkant van het deeg karamelliseert en de binnenkant smeuïg blijft.’ ’t Koetshuis is ook op zich al een bezienswaardigheid. De zaak maakt deel uit van een complex dat in de tweede helft van de negentiende eeuw gebouwd werd in opdracht van de familie Mamet. Op de binnenkoer kun je de oude stallen bewonderen met een mooi prieeltje en een koetshuis. ‘Dat gebouwtje was een soort wachtkamer voor de opgedirkte dames uit de belle époque’, vertelt Vandewoude. ‘Vandaar konden ze de hoge koets op stappen.’
Snelzeiker
Blankenberge was in de belle époque een bekende leverancier van garnalen voor de Parijzenaars en de fine fleur uit de lichtstad kwam er weleens verpozen. Alle info over dat tijdperk vind je terug in het bescheiden Belle Epoque Centrum. Een geschiedkundige parel van nog ver voor die tijd vind je in de ietwat verscholen Breydelstraat. Daar staat het oudste vissershuisje van de kust: het Huisje van Majutte, uit de vijftiende eeuw. In 2015 kochten Lena Beernaert en Peter Gadeyne het pand om er na twintig jaar stilte een museumcafé van te maken waar ze de geschiedenis van de vissers van Blankenberge uit de doeken doen.
Het sprookjesachtige interieur bulkt van de authentieke gereedschappen en decorstukken. Zo hangt aan de deur een ‘snelzeiker’: een wit kledingstuk voor vrouwen dat tussen de benen is uitgesneden zodat ze zonder veel moeite naar het toilet konden gaan. Tweede favoriet: een gebogen broodmes waarmee vrouwen ooit het brood tegen de boezem hielden om het te snijden. In het huisje kun je oude Blankenbergse producten proeven zoals Stientje Kervel (een likeur), Kokke Teute (bier) en slufferkoeken (een soort wentelteefjes).
Er wordt weleens vergeten dat je in Blankenberge heel goed kunt tafelen. Net voorbij de kleine jachthaven bevindt zich De Oesterput, al 34 jaar lang een instituut als het over goede kreeft gaat. Stilaan nemen de zonen Pieter en Robbe Devriendt de zaak van hun ouders over. Aan de traditionele inrichting wordt niets veranderd. Die houdt het midden tussen een houten schuur en een gezellige chalet. En natuurlijk zijn er de grote kreeftenputten achter glas, waar je je maaltijd kunt zien rondzwemmen. ‘Via een riviertje stroomt het zeewater onder het restaurant door tot in onze putten’, legt Robbe uit. ‘De kreeften leven hier in hun biotoopwater. Daarom smaken ze zo goed.’ Kernpunt is de gemoedelijke sfeer. Hier eet je met de handen samen aan lange houten tafels. Morsen is toegestaan en reserveren is geen noodzaak. ‘Iedereen komt hier kreeft eten,’ zegt Pieter, ‘van de man in pak tot de wandelaar.’
Vissoep
Nog zo’n aanrader is Brasserie Oosterstaketsel. Op een van de twee houten pieren die enkele honderden meters in de zee strekken en versierd zijn met een traditionele vuurtoren, een occasionele, oude visser en vele zwevende meeuwen, staat de houten chalet van Francis De Vleminck en Ann Warrinnier. De charmante grijsaard Francis runt de zaak al dertig jaar, zijn goedlachse vrouw Ann roert sinds twee decennia in de potten. Bij de Blankenbergenaar staat het restaurant bekend voor zijn geweldige vissoep. We krijgen er een geserveerd op basis van de vergeten ‘ziekemansvis’: wijting. ‘Ze noemen die zo omdat die makkelijk te verteren is’, vertelt Francis. Ook in de soep gedraaid: een filet van pladijs, amandelschelpen, mosselen, een scheermes, een langoustine en met de hand gepelde garnalen. ‘Krijgen we de garnalen niet op tijd gepeld, dan zijn er geen. Wij letten hard op onze ecologische voetafdruk. Alles komt uit de Noordzee. Het gamma is dan ook top: zeebaars, rode p**n, zeewolf, schelvis, wijting, hondshaai, meivis, noem maar op. In de winter serveren we voornamelijk wintervissen zoals skrei, een jonge kabeljauwsoort die enkel in de winter voorkomt en veel vaster is.’
Casino met één euro
Een halfuurtje wandelen en de vissoep is verteerd, belooft Francis. Langs de branding struinen is altijd een optie, maar als je de kou even beu bent zijn er de Blankenbergse klassiekers: Sealife om de onderwaterwereld te bewonderen, Goolfy oftewel blacklight-minigolf, Sportland Bowling en het Casino. We gaan voor het laatste, want we zijn nog nooit een casino binnengestapt. We wandelen over een felgekleurd vast tapijt en bewonderen de elektronische gokmachines die geflankeerd worden door speeltafels voor roulette, blackjack en poker. Het is een ietwat belegen, maar leuke plaats. Spelen is absoluut niet verplicht en met één euro word je al aan de speeltafel toegelaten.
Voor een goed glas bier wandelen we naar ’t Kapiteintje achter de jachthaven, een kroeg met een inrichting die doet mijmeren over het vissersverleden van de stad. ‘Vroeger had je in Blankenberge een haven met visverkoop aan de kaai’, vertelt uitbater Jill Broos, die in april de zaak na 24 jaar overnam van haar ouders. ‘Die tijden zijn voorbij. Maar wekelijks komen er nog drie oude vissers iets drinken. Een van hen heeft als kind zijn vader nog uit dit café moeten trekken op bevel van zijn moeder (lacht). ’t Kapiteintje is een monument.’ Om die reden heeft Jill het café overgenomen. Temeer omdat Blankenberge een café nodig had waar je na het avondeten nog een pintje kunt drinken.
Jill Broos is afkomstig uit Knokke, maar woont sinds haar veertiende in Blankenberge. ‘Waarom ik hier blijf? Omdat je hier alles hebt. Eten doe ik in De Griffioen of bij Cabo, met zicht op zee. Voor een chic diner kun je terecht bij Victory, dat sinds kort terug open is. De pier blijft een toplocatie.’ Het ronde art-decogebouw dat dateert uit 1933 werd vorig jaar nieuw leven ingeblazen door de jonge ondernemer Sebastiaan Defoort. Bij valavond zien we er de ondergaande zon in de ramen reflecteren. Maar voordat we opnieuw de kou trotseren, drinken we bier, een Blankenbergs craft beer, met de naam Real Love. Hoppig, een beetje zoet ook, maar uiteindelijk wel mooi in balans
Blankenberge is misschien wel de meest doodgewone vakantiebestemming van het land. Of dat is toch wat het cliché van frigoboxtoeristen, een propvolle dijk ...