23/08/2024
Facebook kwam met een herinnering vandaag. Iets dat ik schreef een jaar geleden. Voor iemand die het nodig had. Dacht ik, maar wie ben ik om dat voor een ander te bepalen? Maar het was ook een stuk van mijn waarheid, mijn pad, waar ik mee bezig was. Ik vind het belangrijk genoeg om nu te delen, in kwetsbaarheid. En in de wetenschap, en dat maakt me dankbaar en gelukkig, dat ik veel van die pleisters inmiddels geruime tijd eraf heb getrokken, en sta achter de keuzes die ik nu maak in mijn leven, en die bijdragen aan mijn authenticiteit en levensgeluk....
"Het is ons mensen eigen, denk ik. Om het comfort te zoeken. Een gemakkelijke weg. Gewoontes te handhaven. Dat voelt veilig en vertrouwd, bekend. Maar ons leven is nooit stabiel, al hopen we dat wel. Dingen veranderen, mensen veranderen, omstandigheden veranderen. Niets is voor altijd. Soms gaat je hele leven op de schop, en is de toekomst die je voor ogen had in één klap verdwenen. Hoe je jezelf zag in de toekomst in één klap verdwenen. Wanhopig en radeloos dwaal je tussen de brokstukken. Op zoek naar de resten van vaste structuren. Van wat je lief had. Na die initiële ontreddering probeer je zo snel mogelijk weer je comfort terug te vinden, je gewaande veiligheid. Je wonden met pleisters te bedekken, uit het zicht. Je stopt ze weg. Want we houden niet van pijn, pijn is oncomfortabel, rauw, confronterend, maakt hulpeloos. En alleen. Op jezelf terug geworpen. Je past je zo snel mogelijk aan aan je nieuwe omstandigheden. Mensen zijn wonderbaarlijk veerkrachtig. En veel te gemakkelijk verval je in een nieuwe routine die je in slaap sust. Die je verdooft. De pijn verdooft. Eten, drinken, TV kijken, je laten amuseren door alles wat er voor handen is op het internet, of veel mensen om je heen, slapen en weer door. Je weet het wel, diep van binnen, dat er pijnpunten zijn die om je aandacht vragen. Waaraan je zou moeten werken, die je op zou moeten lossen. Je weet het wel, want van tijd tot tijd komen ze aan de oppervlakte, of knagen onder dat dunne laagje schijn. Als je even niet oplet, of als er stilte valt. Bij voorkeur 's avonds als je de slaap niet kunt vatten, of in de donkerte en eenzaamheid van de nacht, waar alles zo veel groter en wanhopiger lijkt dan het is in de realiteit van het daglicht. Want in een goedgevulde dag is het veel makkelijker die pijnpunten te verstoppen onder het comfort en druk, druk, druk. Maar ze blijven, die pijnpunten, ze gaan niet vanzelf weg. Het vraagt moed, en de spreekwoordelijke schop onder je kont, of vele schoppen onder diezelfde kont, om ze aan te pakken. En dat overvraagt ons, want liever niet. In plaats daarvan vertellen we onszelf dat we het niet kunnen. Dat we het niet alleen kunnen. Of dat anderen ons nodig hebben omdat ze het niet alleen kunnen. Dat we niet sterk genoeg zijn. Dat we het weer verkloot hebben. Dat we niet goed genoeg zijn. Dat we nooit genoeg zullen zijn. Dat we anderen niet willen kwetsen. Dat anderen beter verdienen. Dat we tijd nodig hebben om onze moed bij elkaar te rapen. Dat het nu de tijd niet is. Dat we straks, maar niet nu. Dat er nu geen ruimte voor is. En alle mogelijke andere drogredenen waarmee we onszelf kunnen sussen. Maar het lost niets op. Sterker nog, die pijnpunten krijgen, buiten je gezichtsveld, de kans om nog groter en pijnlijker te worden, het stagneert, totdat je geen keuze meer hebt. Totdat ze zich niet meer laten wegmoffelen, of bedekken, maar etterend aan de oppervlakte blijven. Net als water, dat moet stromen, want als het stagneert wordt het water troebel, en verliest het zijn vitaliteit, zijn kwaliteit, zijn helderheid, zijn simpelweg water zijn. Het wordt water met heel veel rommel en puin, met resten en modder. De flow is eruit. Ze vertellen je iets, die pijnpunten. Ze vertellen je waar je aandacht zou moeten liggen. Waar je je leven moet herijken. Je (denk)patronen op de schop moet nemen, één voor één tegen het licht moet houden. Sommigen gaan heel ver terug en heb je een leven lang, zonder ze op waarheid te toetsen of in twijfel te trekken, met je meegezeuld. Totdat je uiteindelijk terug gaat naar de kern van wie je bent en wat je wilt. Wat jou gelukkig maakt en energie geeft, je levensmissie. Het vraagt moed, en kracht, en geloof in jezelf, om die dingen aan te pakken. Om je schouders eronder te zetten en uit je comfortzone te stappen in de wetenschap dat het pijn gaat doen. Dat doe je alleen, zoals je veel in je leven alleen doet. Dat kan niemand anders voor je doen. En er is geen mens die je kan behoeden voor de pijn die dat gaat doen. Jouw pijn. Je kunt alleen voelen, en boos zijn, in- en in- verdrietig zijn, rouwen om wat ooit was maar niet meer is, en blijven geloven dat er ooit een einde komt aan het proces, de pleisters niet meer nodig zijn en er weer ruimte komt voor een ander hoofdstuk. Een hoofdstuk dat niet meer beïnvloed wordt door de pijnpunten die je 's nachts achtervolgden en die je waarheid geweld aandeden. Volwassen zijn, verantwoordelijk zijn voor je eigen leven, je eigen keuzes en je eigen geluk, het valt niet mee. Het vraagt moed, en kracht, en vertrouwen, vertrouwen in jezelf, en dat is ontzettend moeilijk. En toch, je ontkomt er niet aan, vroeger of later. Want het leven blijft situaties herhalen, de pijnpunten boven lepelen, totdat je er iets mee doet en heelt. Het is groei, het is evolutie. En dan, achteraf, blijkt dat je het gewoon kunt. Een mens kan veel meer dan hij denkt. Dan blijkt dat je die kracht, en de antwoorden, al die tijd al in je droeg. Dat je genoeg bent. Dat je altijd al goed genoeg was. Omdat jij jij bent en uniek. En het voelt als een bevrijding, een stuk dichter bij authenticiteit, bij jezelf. Niet je door anderen opgedragen zelf, of je aangeleerde, aangepaste zelf, maar het voorbij de (verwachtings-)patronen eigen zelf. Het kan. Je bent het waard! Als je maar bereid bent uit je comfortzone te stappen en het werk te doen dat nodig is om verder te komen. Die pleisters eraf te trekken en naar je wonden te kijken met compassie, en aandacht, voor jezelf. Het doet even zeer, maar als wonden lucht krijgen kunnen ze helen...."